Vraag 1. Kan iedereen lid worden van de Orde van Vrijmetselaren?
Antwoord: Het lidmaatschap staat open voor iedere vrije man van goede naam. Dat laatste wil zeggen dat zijn reputatie geen aanleiding dient te geven tot discussie. Er is geen enkele beperking op grond van geloof, ras, afkomst, maatschappelijke positie of nationaliteit. Wel dient men de leeftijd van 18 jaar te hebben bereikt.
Vraag 2. Hoe kan men zich als lid aanmelden?
Antwoord: De meeste kandidaten melden zich aan via een lid van een loge dat hen bekend is. Kent men niemand die lid is, dan kan men zich altijd wenden tot de secretaris van de plaatselijke loge. De gegevens hiervan staan meestal in het telefoonboek of een gemeentegids. In het ‘adresboek’ op deze website staan de contactgegevens van de verschillende loges.
Vraag 3. Is het mogelijk deel te nemen aan een proeftijd?
Antwoord: De vrijmetselarij kent geen proeftijd. Wel bieden veel loges naast voorlichtingsbijeenkomsten serieuze belangstellenden de gelegenheid tot nadere oriëntatie. Dit varieert van koffieochtenden bij een van de leden thuis tot het bijwonen van een bijzondere ‘comparitie’, een gespreksbijeenkomst met belangstellenden.
Vraag 4. Kan men ook bedanken voor het lidmaatschap?
Antwoord: Natuurlijk is dat mogelijk, net als bij iedere andere vereniging. Een nieuw lid mag verwachten dat hij zal worden gestimuleerd zich verder geestelijk te ontplooien en dat de loge en haar leden hem daarin zullen bijstaan. Dat geldt ook voor het zich deel gaan voelen van de broederschap binnen de loge. Maar desondanks kan het zo zijn, dat ondanks de zorgvuldigheid van de toelatingsprocedure het lidmaatschap iemand niet datgene brengt wat hij ervan verwachtte. Het ligt dan in de rede, dat men de band met de loge wil verbreken. Voordat een loge zo’n toch voor haar pijnlijk verzoek honoreert, zal er eerst met de betrokkene worden gesproken over de oorzaken die tot dat verzoek hebben geleid. Bij verhuizing vraagt men meestal overschrijving aan naar een loge in de buurt van de nieuwe woonplaats.
Vraag 5. Waarom spreekt men van een Orde en niet van een vereniging?
Antwoord: De benaming Orde wil tot uitdrukking brengen dat wordt gestreefd naar de verwezenlijking van een hooggesteld ideëel doel: het vormen van een broederschap met een eigen erecode. Ze stelt aan een lid hoge eisen, zoals zich door voorbeeld en gedrag te onderscheiden, meer dan doorgaans gebruikelijk is in een vereniging.
Vraag 6. Hoe vaak komt de loge bijeen?
Antwoord: De meeste loges komen eenmaal per week ’s avonds bijeen op een vaste weekdag. Er zijn ook loges die twee of slechts één keer per maand bijeenkomen. Veel loges beschikken, soms samen met andere loges, over een eigen gebouw; andere huren ruimte. Het werkjaar loopt van medio september tot de derde week van juni.
Vraag 7. Is er zoiets als een aanwezigheidsplicht?
Antwoord: Bij gesprekken met een kandidaat wordt hem duidelijk gemaakt dat de loge na zijn toetreding van hem verwacht dat hij de bijeenkomsten zo veel mogelijk bijwoont en ook anderszins actief is: door het vervullen van functies en het leveren van bijdragen aan de gedachtewisseling. Alleen bij een goede participatie kan de vrijmetselarij hem bieden wat hij daarin wil zoeken. Als daar niet van uitgegaan kan worden is het de vraag of toetreding wel zin heeft. De participatie is ook voor de loge als zodanig van belang. Slecht bezochte bijeenkomsten zullen het werken (saamhorigheidsgevoel) en de sfeer in de loge ongunstig beïnvloeden. De gemiddelde opkomst in de loges varieert van 50 tot 70%.
Vraag 8. Kan een homoseksueel lid worden van de Orde?
Antwoord: Homoseksualiteit is vanzelfsprekend geen enkel bezwaar voor het lidmaatschap. De Orde telt dan ook een aantal homoseksuelen onder haar leden. Van ieder lid van de orde wordt verwacht dat hij op een correcte manier omgaat met zijn bijzondere kenmerken, karaktertrekken of geaardheid en deze niet te pas of te onpas voortdurend aan de orde stelt.
Vraag 9. Kan een rooms-katholiek in de orde worden opgenomen?
Antwoord: Diverse pausen hebben zich in bullen uitgesproken tegen het lidmaatschap van de vrijmetselarij voor gelovigen. Veel katholieken voelen zich echter niet aan die uitspraak gebonden. Hetzelfde geldt voor zaken als euthanasie, het gebruik van voorbehoedsmiddelen, seks tussen ongehuwde en abortus. Veel leden van de Orde zijn van huis uit rooms-katholiek. Anderen zijn dat nog steeds, maar nemen de vrijheid zich niet te conformeren aan bepaalde regels die vanwege de kerk worden gesteld. Zoals al eerder gezegd kent de vrijmetselarij van haar kant geen beperking van de toelating tot het lidmaatschap op grond van het geloof. Dit geldt dus ook voor de rooms-katholieke geloof.
Vraag 10. Kan een predikant lid zijn van de Orde?
Antwoord: De Orde kent van oudsher een relatief groot aantal predikanten onder haar leden, die de vrijmetselarij actief beoefenen. Zij zijn in het algemeen verbonden aan vrijzinnige kerkgenootschappen of behoren tot vrijzinnige stromingen binnen een kerkgenootschap. Een aantal kerkgenootschappen en vergelijkbare organisaties verwerpt de vrijmetselarij voor haar leden, waaronder enkele orthodox-protestantse kerken zoals Baptisten, Adventisten en Jehovagetuigen. (Zie ook de vraag over de betekenissen van de bijbel voor de vrijmetselarij).
Vraag 11. Kan een politicus lid zijn van de Orde?
Antwoord: Politiekcontroversiële zijn geen onderwerp van discussie in de loge, omdat daardoor de harmonie in gevaar kan worden gebracht. Vanzelfsprekend heeft een politicus zijn politieke overtuiging, zeker als hij een echte professional is, maar hij zal die in de loge niet uitdragen en het is dan ook geen bezwaar voor zijn opneming in de Orde. Er zijn heel wat vooraanstaande politici lid van de Orde geweest of zijn dat nog. Wie daar meer over wil weten leze de FAMA-uitgave Vrijmetselaren in de politiek van dr. J.S. Wijne en prof. H. Vonhoff. Dat geldt ook voor het buitenland. Het bekendste voorbeeld is de VS waar tal van presidenten actief vrijmetselaar waren, om te beginnen met Washington en te eindigen met Roosevelt, Truman en Ford. Ook wijlen premier Yitzhak Rabin van Israël en wijlen president Anwar Sadat van Egypte waren vrijmetselaar, hetgeen mogelijk heeft meegespeeld in het proces van toenadering tussen beide landen.
Vraag 12. Is vrijmetselarij een religie?
Antwoord: Nee, maar ze kan wel religieus worden genoemd in de ruimste betekenis van dat woord. Dat wil zeggen dat geloof ‘aan’ of ‘in’ iets een wezenlijk kenmerk is. Ze wil helpen te zoeken naar een antwoord op levensvragen als: Vanwaar kom ik, wie ben ik, waarheen ga ik?
Vraag 13. Waarom kunnen alleen maar mannen lid van de Orde worden?
Antwoord: Het feit dat de Vrijmetselarij alleen voor mannen open staat is zowel haar kracht als haar zwakte. Het zou de indruk kunnen wekken dat het belang van vrouwen in de zoektocht naar de essentiële waarden van het bestaan ondergeschikt of van minder waarde zou zijn. Uiteraard is dit niet de reden. Het vrouwelijk aspect is zelfs van essentieel belang. Dit aspect is echter niet alleen aan de vrouw voorbehouden. De reden is deels historisch, maar in feite van heel praktische aard. Het is van belang dat een Vrijmetselaar zich kwetsbaar op durft te stellen en geen behoefte heeft om zich een houding te geven. Dat gaat voor veel mannen in een mannengemeenschap met een hoge mate van geborgenheid gemakkelijker dan in een gemengd gezelschap. Voor deelname aan de Vrijmetselarij is toestemming van de partner overigens een voorwaarde. De van oorsprong ambachtelijke loges kenden ook alleen mannelijke werkers. De daaruit voortgekomen speculatieve Loges hebben deze lijn doorgetrokken.
Vraag 14. Kan een vrouw toch lid van een verwante organisatie worden?
Jazeker. Maar niet van de Orde van Vrijmetselarij onder Het Groot Oosten van Nederland Er bestaan andere Ordes in Nederland waar zowel mannen als vrouwen lid kunnen worden, (Le Droit Humain), en ook Loges die uitsluitend voor vrouwen toegankelijk zijn, de Orde “Vita Textura Femina”, (De Weefsters), waarin de leden, uitsluitend vrouwen, ook arbeiden aan zichzelf door middel van symbolen en ritualen, zoals in de vrijmetselarij.